Bij jongeren duurt het vaak vele jaren voor ze hulp zoeken voor psychische problemen. En hoe vroeger in hun leven deze problemen ontstaan, hoe langer het duurt voor ze hulp zoeken. Dat stelt socioloog Dennis Raven van het Universitair Medisch Centrum Groningen vast.
Voor zijn onderzoek gebruikte Raven de gegevens van Trails, een langlopend onderzoek naar de mentale, fysieke en sociale gezondheid van Nederlandse jongeren. Toen de jongeren 18 tot 20 jaar waren is er bij hen een psychiatrisch interview afgenomen: hebben ze psychische problemen, wanneer zijn die begonnen, hebben ze zorg gezocht, wanneer? De bevindingen werden dan gekoppeld aan die van het casusregister, de databank van de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg in Nederland.
“De belangrijkste vaststelling is dat het bij jongeren vele jaren duurt voordat ze hulp zoeken voor een psychiatrische stoornis. En hoe vroeger in hun leven de psychiatrische stoornissen zijn ontstaan, hoe langer het duurt voordat ze hulp zoeken,” zeg Dennis Raven, wiens onderzoek door de European Psychiatric Association is uitgeroepen tot beste publicatie in de kinder- en jeugdpsychiatrie van het afgelopen jaar.
Maar liefst 45% van de jongeren die deelnamen aan de studie had op enig moment in hun leven last van een psychiatrische stoornis, 14% van de jongeren rapporteerde een stoornis in de maand voorafgaand aan het interview. Bij sommige stoornissen werd sneller hulp gezocht dan bij andere: voor depressie zocht een derde hulp binnen het jaar, voor alcoholverslaving was dat slechts 15%. “Voor stoornissen zoals scheidingsangst of fobieën werd nog minder zorg gezocht.”
Raven deed geen onderzoek naar de redenen waarom hulp zo lang uitblijft, maar hij schuift wel een aantal hypotheses naar voor. “Zo kan het zijn dat de symptomen niet herkend worden omdat ze worden gezien als een deel van de identiteit van de jongere, en niet als een probleem. Of dat de omgeving er geen last van heeft. De jongere en zijn omgeving kunnen – onbewuste – strategieën ontwikkeld hebben om met de symptomen om te gaan. Naarmate verwacht wordt dat de jongere zelfstandiger wordt, werken die strategieën niet meer en gaan ze hulp zoeken.”
Als de jongere en zijn omgeving een manier hebben gevonden om ermee om te gaan, moet er dan altijd hulp gezocht worden? “Dat is een interessante vraag, zeker omdat het benoemen van een probleem jongeren kan stigmatiseren en dat kan ook negatieve gevolgen hebben. Anderzijds weten we dat psychiatrische stoornissen die onbehandeld blijven grote gevolgen kunnen hebben tot in de volwassenheid.”
45% van de jongeren die op enig moment in hun leven last hebben van een psychiatrische stoornis: het is een cijfer dat naar adem doet happen. Maar volgens Raven kan je het ook anders bekijken. “Experten in geestelijke gezondheid opperen dat psychopathologie niet zo zeldzaam is als we denken. Van tijd tot tijd lichamelijk ziek zijn wordt als ‘normaal’ gezien terwijl een geestelijke ziekte als afwijkend wordt gezien.” Terwijl we gewoon bijna allemaal in de loop van ons leven periodes hebben dat we psychische problemen ervaren. Maar als het psychische probleem stress veroorzaakt en de jongere beperkt in zijn dagelijks leven is het toch beter om hulp te zoeken. “Want je kan in de vroege kindertijd soms ook al met kleine interventies verbetering bereiken.”