Met het project ‘Warme Scholen’ willen we scholen ondersteunen bij het creëren van de voorwaarden om leerlingen goed in hun vel te laten voelen, en dit op een veilige en warme plek, zodat ze veerkrachtig zijn voor de toekomst.
In vijf Vlaamse steden (Brugge, Gent, Leuven, Turnhout en Genk) zullen in totaal tien lerende netwerken worden opgezet waarbinnen telkens 4-5 scholen (basis en secundair) worden begeleid naar een warme school.
De sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind is het uitgangspunt van het project. Het doel is om samen met en voor basisscholen en secundaire scholen een praktijkmodel te ontwikkelen dat helpt om emotionele problemen bij kinderen – en bijgevolg volwassenen – te voorkomen.
In een warme school streeft het schoolteam ernaar om het welbevinden, de betrokkenheid en het gezond emotioneel functioneren van kinderen en jongeren te verhogen, zodat ‘ieder goed in zijn vel’ zit. Dit welbevinden is niet beperkt tot de leerlingen, een warme school mikt op het welzijn van alle partners in de leer- en leefomgeving: leerkrachten, ouders en partners.
De warme school ontwerpt zelfsturende, zelforganiserende en zelflerende teams waarin de leerlingen centraal staan. De teams geven continuïteit en volgen de leerlingen over de leerjaren en de vakken heen. De teams bouwen rond het kind en de jongere een warme leer- en leefgemeenschap uit. Dit leidt tot betrokken ouders en een betrokken omgeving.
Het pilootproject Warme School, dat loopt tot 2020, valt uiteen in vier delen:
Meer gedetailleerde informatie over Warme School lees je in de projectfiche.
▪In de scholen wordt bij iedere leerling met behulp van een digitaal volgsysteem periodiek gepeild naar twee indicatoren: welbevinden en betrokkenheid.
▪Alle deelnemende scholen hebben daarvoor het digitale volgsysteem LOOQIN. Deze gegevens in dit systeem worden gecombineerd met informatie uit de screening door leerkrachten van iedere leerling, uit wat kinderen aanleveren vanuit hun beleving, uit de schriftelijke bevraging van leerkrachten en ouders.
▪Er is telkens een pre- en een postmeting voorzien. De metingen laten toe om de evolutie voor de indicatoren welbevinden en betrokkenheid in de school vast te stellen.
▪In de metingen werken we integraal, met andere woorden, er is oog voor de cultuur van de warme school en het gedrag en de competenties van de mensen die er werken (sociale variabelen), maar ook voor technische variabelen zoals de structuur (de werkverdeling) en de systemen van de school.
▪Fonds GavoorGeluk
▪Flanders Synergy
▪CEGO (Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs)
▪Tenz
▪Pedagogische begeleidingsdiensten van het GO!, van het Katholiek Onderwijs, van OVSG, Provinciaal Onderwijs Vlaanderen, Tabor Groep, Broeders van Liefde, OKO
▪Het Vlaams Parlement, de kabinetten en Departementen Onderwijs en Jeugd en Welzijn, de onderwijskoepels, de Vlaamse scholierenkoepel, de ouderverenigingen, de lerarenopleidingen, de inspectie, het lerarensyndicaat, de VLOR, VLESP en de lokale Stuurgroepen Warme Steden volgen dit pilootproject met interesse.